Als wijn op de juiste temperatuur wordt opgeslagen, komen de aroma’s het beste tot hun recht, heeft de wijn het juiste zuur- en zoetgehalte, het perfecte percentage alcohol, en zijn al deze aspecten optimaal met elkaar in balans.

Als de wijn te warm wordt bewaard, zal de ontwikkeling sneller gaan. De alcohol komt dan sterker naar boven en de wijn verliest zijn fruitigheid. Wordt de wijn te koud bewaard, dan gaat dus de ontwikkeling langzamer, waardoor de aroma’s afnemen en vooral het zuur overheerst. 

Naast een ideale bewaar temperatuur (die per wijn kan verschillen) is het nog belangrijker dat de wijn in een omgeving wordt bewaard met weinig temperatuurschommelingen. Bij abrupte, frequente wijzigingen in temperatuur krimpt de wijn en zet deze weer uit. Als dit vaak gebeurt, kan de kurk kapot gaan, waardoor er zuurstof bij de wijn komt en de wijn sneller gaat oxideren. 

Oxideren is op zichzelf een wenselijk proces dat ervoor zorgt dat de wijn na verloop van tijd steeds verder rijpt, evolueert en zachter en soepeler wordt. De wijn zal zijn gewenste aroma ontwikkelen. Komt er teveel zuurstof in de fles (doordat de kurk kapot is of de wijn te lang heeft gelegen) dan vlakt de smaak juist af. Het enige dat overblijft is zuur, waardoor de exclusieve wijn die u met zorg heeft uitgekozen en jaren heeft bewaard, alleen nog maar geschikt is als azijn.

Wil je meer weten?

Was deze informatie nuttig, maar wil je eerst meer achtergrondinformatie, feiten en cijfers? Download dan hier onze gratis"Whitepaper: Investing in Fine Wine".